Kleine boten, grote zeilers

40 JAAR MINI TRANSAT  

Het lijkt wel gekkenwerk. In een kleine zeilboot van amper 6,50 m de Atlantische Oceaan oversteken. Niet zomaar, voor het plezier, maar zo snel mogelijk, opboksend tegen de natuurelementen én afrekenend met een enorme vloot van concurrenten. Dat is de Mini-Transat of Transat 6.50, de oceaanrace die heel wat helden heeft voortgebracht en voor het eerst werd verzeild in 1977.

De Mini Transat is voornamelijk een Frans onderonsje, maar ook in landen als Italië en België is de race populair. Belgen doen het doorgaans behoorlijk. Onder de weinige niet-Franse winnaars bevinden zich zelfs twee landgenoten: Peter Laureyssens en Laurent Vancutsem.

40 jaar topsport

De Mini Transat werd in de jaren 1970 bedacht door de Britse zeiler Bob Salmon. Een nieuwe formule, gedeeltelijk als alternatief voor de steeds duurder wordende oceaanraces zoals de OSTAR. Een solo oversteek van de Atlantische oceaan met een klasse van kleinere, betaalbare boten, die meer mensen de kans zou bieden om deel te kunnen nemen aan de fantastische sport. De Mini klasse zag het levenslicht en in 1977 werd de eerste trans-Atlantische race georganiseerd. Die vertrok met 24 deelnemers vanuit de Penzance Sailing Club in Cornwall en ging via Tenerife naar Antigua. Die eerste editie werd gewonnen door de Franse zeiler Daniel Gilard met zijn Petit Dauphin, een Serpentaire. Het Britse Penzance zou de startplaats blijven tot 1985, toen de organisatie van de Mini Transat van Engeland verkaste naar Frankrijk.

De kleine dolfijn

De allereerste winnaar is een legende in het wereldje. Opgeleid op Pen Duick VI met de beroemde Eric Tabarly als mentor, zeilde Daniel Gilard ook met Olivier de Kersauson op Kriter II. De overwinning in de 6.50 was een van zijn grootste zeges. Net zoals zijn belangrijkste leermeester, Tabarly, kwam Gilard echter jammerlijk om het leven tijdens het zeilen, met name in de La Baule-Dakar in 1984. Over zijn leven als zeiler en zijn avonturen in die eerste Mini Transat heeft Gilard in 1979 een fantastisch boek geschreven, Petit Dauphin sur la peau du diable, intussen heruitgegeven bij Les éditions Ancre De Marine.

Zeilen met een Mini

Midden jaren ’70 waren de Mini 6.50s baanbrekend op vlak van concept. Zo een kleine zeilboot, met een standaardlengte van amper 6,5 meter, gebouwd voor de oceaan, met amper twee vierkante meter voor de zeiler om te werken en te leven… Een kleine maar snelle bolide bovendien, die 25 knopen haalt. Het was nooit gezien. De Mini is een heel brede kielboot voor een maximale stabiliteit en leefruimte, en heeft een mast die twee maal zo lang is als de lengte van de romp.  Het is een zelfoprichtende boot die aan zeer zware testen wordt onderworpen vooraleer te mogen deelnemen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

20 minuutjes slaap

Voor hun veiligheid zijn de zeilers verplicht zich onafgebroken vast te haken, en er is naast apparatuur als Epirb en transponder een reddingsvlot aan boord. Slapen gebeurt in een mini-kajuit, in een mini-hangmat. De zeiler slaapt maximaal 20 minuten aan een stuk door, terwijl de autopilot de koers van de Mini controleert. Dag na dag, week na week. Een slopend avontuur. Op vlak van voedsel is het aanbod ook al ‘mini’; gedroogde voeding aangevuld met supplementen, en slechts een heel beperkte hoeveelheid drinkbaar water. Rantsoen, heet dat.

Bovenmenselijke uitdagingen

Stel je voor, 4.500 zeemijl in je eentje dwars over de oceaan in een mini zeilboot. Op de Atlantische Oceaan kan het flink tekeer gaan, dus je kan je al inbeelden wat de eenzame wedstrijdzeiler zoal kan meemaken. Huizenhoge golven, stormwind, rondspattend schuim, zware zeestromingen… Of precies het omgekeerde: een akelige en nooit eindigende windstilte in de beruchte Doldrums, zodat je werkelijk geen meter vooruit komt. Dat gebied kan je met veel geluk bezeilen in twee dagen, maar je kan er net zo goed een hele week ronddobberen zonder enige snelheid te maken. Alles staat stil. Ronduit zenuwslopend. Deze uitdagingen, de enorme afstand, de eenzaamheid van nagenoeg een maand op zee, en de minuscule leefruimte maken van de Transat 6.50 een uitdaging die slechts voor enkelingen is weggelegd.

Franse dominantie

Terug naar 1985, toen de Mini Transat een voornamelijk Franse aangelegenheid werd. Omdat het aantal Franse deelnemers dusdanig groot was geworden en organisator Bob Salmon na de editie van 1984 de fakkel wou doorgeven, nam de Franse journalist en zeilfanaat Jean-Luc Garnier de wedstrijdorganisatie op zich. De startlijn werd verlegd naar het Franse Brest en zou sindsdien onafgebroken in Franse wateren blijven. De aankomst werd ook verlegd, van Antigua naar havens in de Franse Caribische gebieden, de eerste Pointe-à-Pitre op Guadeloupe. De Fransen hadden intussen al een denderende reputatie opgebouwd. Van de eerste vier edities werd enkel de tweede gewonnen door een niet-Franse zeiler, de Amerikaan Norton Smith, die zeilde met een Wylie. Tot op vandaag blijven de Fransen domineren, maar ons land heeft ook een vinger in de pap gehad.

Belgische overwinningen

In 1993, toen de Mini-Transat voor het eerst in twee divisies werd verzeild, de Serie en de Prototype, won onze landgenoot Laurent Vancutsem in de Serie. Hij zeilde met Coco Nr 20: de Coco Virus. Veel later, in 2005, zou Peter Laurreyssens het nog eens op magnifieke manier overdoen, toen hij de Serie won met zijn Wellments. Tot op vandaag hebben slechts vijf niet-Fransen de Mini-Transat gewonnen, waaronder twee Belgen. En dat is knap.

Exploot van Peter Laureyssens

In de recente geschiedenis was Peter Laureyssens de meest opvallende landgenoot in deze klasse. In de editie van 2005 liet hij na een geweldige race de Fransen Bruno Sottovia en Ronan Deshayes achter zich. De race startte aan Fort Boyard en ging via Puerto Calero (Lanzarote) naar Salvador de Bahia in Brazilië. Sottovia bereikte de finish zelfs pas 28 uur later dan Laureyssens. Onze landgenoot deed er alles bij elkaar 27 dagen, 4 uur, 20 min en 3 sec over, om precies te zijn. Op dat moment een nieuwe recordtijd in de Serie. Hij sleepte er de titel van Yachtman van het Jaar mee in de wacht.

Jonas Gerckens

De jongste jaren hebben we opnieuw een Belg in deze klasse, Jonas Gerckens. Hij nam drie keer deel aan de Transat 650 (de eerste keer in 2007) en haalde een goede overall klassering in de algemene rangschikking van de klasse, waaronder een 1ste plaats. Hij zette zeer degelijke resultaten neer in andere wedstrijden van de Mini klasse en won o.a. Les Sables-Les Açores-Les Sables 2014 , maar wist vooralsnog niet de 3de Belg te worden om de zege in de koninginnenrace weg te kapen.

Martin Callebaut met Extasea in Transat 6.50 2017

In de volgende editie van de Transat 6.50 doet opnieuw een Belg mee, de Brusselaar Martin Callebaut. De 38-jarige zeiler is vrijgezel en studeerde marketing en communicatie. In het algemeen klassement van de Classe Mini staat hij momenteel 34ste. Callebaut kan beschouwd worden als een middenmoter. In de Lorient Bretagne Sud Midi afgelopen lente haalde hij een verdienstelijke 16de plaats. Callebaut zeilt met de Extasea, een serieproductieboot. Voor de Brusselaar wordt het de allereerste deelname aan de Mini Transat.

Info: www.extasea.be

De 40ste editie van de Transat 650, die vertrekt in La Rochelle en via Las Palmas naar Le Marin gaat, gaat op 1 oktober van start.

Info: www.classemini.com, www.minitransat.fr