Breehorn 31

In vele opzichten een Victoire 933 2.0

De Nederlandse Breehorn werf produceert al 40 jaar een fraaie lijn gelijknamige zeiljachten in seriebouw met een grote mate van individualisering. De kleinste van de serie is gebaseerd op de succesvolle Victoire 933 en past naadloos in het Breehorn programma. Het jacht presteert zelfs beter dan het oorspronkelijke Dick Koopmans ontwerp, zo ontdekte VAREN.

Breehorn geniet een goede reputatie als het gaat om haar tegelijkertijd zeewaardige en tijdloze zeiljachten die zich stuk voor stuk prima thuis voelen op open water. Of het nu gaat om de 37-, de 41-, de 44- of 48-voeter, kenmerkend is de klassieke rompvorm, het ruime werkdek en een korte opbouw in combinatie met een beschutte kuip. Je zou dan ook haast vergeten dat Breehorn ooit een van de grootste producenten was van de immens populaire Skarl en Polyvalk. Grondlegger Laus van de Berg, de vader van huidige directeur Lars van de Berg, had echter al snel in de gaten dat er een toenemende vraag zou gaan ontstaan naar meer luxe in plaats van een klapperend dektentje en vochtige luchtmatrassen. Hij doet zijn florerende zeilschool van de hand en stort zich in 1980 op het bouwen van de Breehorn 37. De werf verruilt het Friese Elahuizen voor de huidige locatie in Woudsend, waar in 1992 de bekende Breehorn 44 debuteert. Ook andere modellen – waaronder de Fox 22 – volgen, maar op enig moment blijkt er mede onder invloed van de economische teruggang weer interesse te komen voor kleinere zeegaande jachten, kleiner en daarmee bovendien voordeliger in prijs dan dan de benjamin van de Breehorn-familie, de 37.

Als Van de Berg een jaar of twee geleden in contact komt met een Duitse klant die zijn Victoire 933 wil inruilen voor een Breehorn 37 stuit hij op de oorspronkelijke mallen van de inruiler; de dekmal verkeert nog in goede staat, maar de rompmal moet worden vernieuwd. Van de Berg maakt van deze gelegenheid gebruik om in overleg met ontwerper Dick Koopmans de dek/rompverbinding aan te passen, waarmee meteen een onvervalste Breehorn uitstraling ontstaat. Vervolgens wordt ook nog eens kritisch gekeken naar de gebruikerservaringen op basis van honderdduizenden zeemijlen, waarbij duidelijk wordt dat de Victoire 933 behoorlijk zwaar stuurt en niet optimaal manoeuvreert. Dit wordt ondervangen door bij de nieuwe mal afscheid te nemen van de scheg en de montage van een balansroer. De romp van de Breehorn 31 is mede dankzij de sandwichconstructie strakker, stijver en heeft bovendien een hogere isolatiewaarde. De binnenschaal is ongewijzigd gebleven nadat Victoire deze eerder al had aangepast met onder andere een dubbel bed in het achterschip.

Qua exterieur, en zeker wat betreft de afwerking oogt ons testschip als een echte Breehorn-telg, overgoten met een klassiek sausje als het gaat om de belijning. Naast andere zaken verraadt de smalle spiegel het oorspronkelijke, uit de zeventiger jaren van de vorige eeuw daterende, ontwerp. Het dek is gemakkelijk beloopbaar en mede dankzij de bewuste keuze om de vallieren op de mast te plaatsen is er geen sprake van een wirwar van lijnen over het dek, laat staan van spaghetti in de kuip. Ook over de toepassing van een RVS zwanenhals voor de bekabeling kunnen wij enthousiast zijn; even simpel als doeltreffend. Daarnaast heeft Breehorn gekozen voor prima gedimensioneerde lieren van Andersen: 28 ST voor de genuaschoot, 18ST voor de vallen op de mast (beide 2-snelheden) en een 12 ST voor de smeerrepen en de onderlijkstrekker. Iets minder enthousiast zijn wij over de toegankelijkheid vanuit de kuip naar de kajuit en andersom; onder de buiskap dien je hiertoe over enige souplesse te beschikken.

Interieur

In 1992 onderging het interieur van de Victoire 933 een al eerder belichte facelift die naast de komst van een dubbele kooi in het achterschip ook resulteerde in verbeterde banken, hoewel een en ander wel ten koste ging van de grootte van de kaartentafel. Het binnenste van de Breehorn 31 is in grote lijnen nog helemaal van deze tijd en het gebruik van lichte kunststof schuifdeurtjes voor de kastjes boven de pantry is zowel optisch als functioneel een goede keuze. Daarnaast is er een overvloed aan LED-lampen van een aangename kleurtemperatuur, terwijl de patrijspoorten en het dakluik voor voldoende licht van buitenaf zorgen. De kajuittafel omgeeft de mastvoet en is voorzien van een fraaie en veilige berging van een drietal (wijn)flessen. Schroeven zijn vakkundig weggewerkt en de houtnerf van de kastdeurtjes loopt waar mogelijk fraai door. Breehorn deed en doet nog steeds nergens consessies ter besparing van kosten, dat is ons wel duidelijk. De eigenaarshut in het voorschip oogt een beetje kaal, maar is daarentegen lekker ruim voor een 31-voeter. In de natte cel zien we praktische ronde vormen, inclusief het kastdeurtje waarachter de diverse afsluiters in de romp uitstekend bereikbaar zijn. Speciale vermelding verdient de inbouw van de 3-cilinder Yanmar diesel; na het simpel wegnemen van de kajuittrap is de zelfontbrander prima toegankelijk voor servicedoeleinden. Bovendien besteedde de werf zowel zichtbaar als hoorbaar veel aandacht aan het isolatiewerk.

De Breehorn 31 is een met groot vakmanschap gebouwd toerjacht dat ondanks haar bijna 50 jaar oude design.

Het water op

Het is al ver in november als wij samen met Lars van de Berg het water opgaan om de Breehorn 31 aan een vaarimpressie te kunnen onderwerpen. Bewust spreken we hier van een impressie, want er op de Friese Fluessen staat hooguit 2 Bft, een waarde die het betere testwerk helaas onmogelijk maakt. Des te meer aandacht wij kunnen besteden aan het manoeuvreren. Al snel blijkt hoe plezierig dit familiejacht zich laat besturen; toegegeven, met nauwelijks enige wind is het al snel gemakkelijk ontmeren, maar dit schip luistert opvallend goed naar het met twee zelfstellende kunststof naaldlagers uitgeruste roer. Recht achteruitvaren vereist slechts lichte stuurcorrecties. Voordat we de Fluessen bereiken dienen we we eerst nog de relatief smalle, meanderende Rakken te bedwingen en hebben we alle tijd om de Breehorn 31 te kunnen voorbereiden op een ultra licht weer zeiltochtje. Ook nu blijkt zij plezierig te sturen, beduidend beter dan de Victoire 933 destijds deed. Eenmaal op aangekomen op de Fluessen zetten we het grootzeil; een simpele klus die dankzij de op de mast gemonteerde vallier weinig fysieke inspanning kost. Desgewenst levert de werf tegen meerprijs een veilige heupsteun rond de mast, maar onder deze omstandigheden missen wij dit accessoire niet. Ook de op een Furlex 207 S gemonteerde trommel laat zich gemakkelijk zetten en nadat we het geheel zo zorgvuldig mogelijk hebben getrimd loopt het jacht zo’n 3 knopen met in een vlaagje een uitschieter tot 3,5. De kuipbanken zijn van voldoende diepte en de hoek van de rugleuning laat weinig te wensen over. Naar verluidt laat deze relatief zware Breehorn zich vrij gemakkelijk opzwepen tot de theoretisch rompsnelheid van 6,75 knopen, maar dit vereist wel zorgvuldige trim.

Hoewel wij dit niet zelf hebben kunnen vaststellen is de veronderstelling gerechtvaardigd dat de zeileigenschappen van dit conventionele jacht niet onder zullen doen voor die van recente ontwerpen; ten eerste zorgt de forse waterverplaatsing van 4.200 kg voor een rustig vaargedrag en met een ballastaandeel van 1.950 kg is sprake van een veilig ballastratio. Tel hierbij op dat Dick Koopmans Sr. niet vies was van veel doek. In combinatie met het beperkte natte oppervlak zorgt dit alles ook bij weinig wind voor voldoende snelheid. Vergeet niet dat de klassieke rompvorm met relatief weinig volume in het achterschip niet snel zal leiden tot een golfje pikken met alle natte gevolgen van dien.

Terug naar de werkelijkheid van vandaag: de vooruitzichten beloven voorlopig niet meer Bft dan er al staat en we besluiten om terug te keren naar de moderne Breehorn werf in Woudsend. Uw redacteur stapt over op de fotoboot voor de broodnodige ondersteunende illustraties, welk moment Lars van de Berg benut om op zijn gemak in zijn eentje de spinnaker gereed te maken en te gaan varen. Een ding is ons duidelijk geworden: de Breehorn 31 is een met groot vakmanschap gebouwd toerjacht dat ondanks haar bijna 50 jaar oude design dankzij subtiele maar effectieve aanpassingen nog steeds goed mee kan. Een jacht dat zich uitstekend leent voor langere en vooral comfortabele tochten op open water. Bedenk ook dat haar voorganger, de Victoire 933, een geduchte concurrent was in het wedstrijdcircuit met onder andere een overwinning in 1980 in de befaamde OSTAR en in 1992 een derde plaats in de Round Britain & Ireland. De basisprijs van 119.500 euro is wat ons betreft dan ook volledig gerechtvaardigd.

Tekst en foto’s: AJB Productions / Alfred J. Boer

Specificaties

Lengte over alles:        9.65 m
Breedte:           2.95 m
Diepgang:       1.80 m of 1.30 m
Masthoogte vanaf water:         13.00 m
Waterverplaatsing:       4.200 kg
Ballastaandeel: 1.950 kg
Zeiloppervlak: 52 m2 (grootzeil 21,1 m2, genua 31,7 m2)
Aantal slaapplaatsen:   4
Brandstoftank: 55 liter
Verswatertank: 150 liter verdeeld over twee tanks
Vuilwatertank: 40 liter
Motorisering:   Yanmar 3 YM 20 diesel saildrive
CE Categorie:  A
Ontwerp:         Dick Koopmans
Prijs:    Vanaf 119.500 euro incl. btw. (Testschip: 131.875 euro incl. btw)
Werf:   Breehorn, Vosseleane 69, 8551 ML woudsend, Nederland
Contact werf:   0031( 0)514.592.233 – info@breehorn.nl
Website:          www.breehorn.nl