Pogo 30

Daysailor met cruising ambitie

Met de nieuwste Pogo wil de Franse werf zich profileren bij de snelle cruisers. Opmerkelijk want deze Bretoenen genieten vooral een flinke reputatie bij de wedstrijdzeilers die solo of in duo aan de start verschijnen. Landgenoot Franz Hawer ruilde zijn succesvolle Pogo 8.50 in voor de nieuwe Pogo 30 en stak de loftrompet. De nieuwsgierigheid bij Varen was geprikkeld en dus werd een testvaart georganiseerd in aanloop van de Spi Ouest France in het Franse La Trinité sur Mer. Gastheer daar was Kris Vandewalle die er met Vaarschool.be opleidingen aanbiedt en er o.m. een Pogo 30 verhuurd i.s.m. Activoile. Omdat we echt alles over deze opmerkelijke boot wilden weten maakten we ook een afspraak met de architect Pascal Conq in Palma de Mallorca. Voeg daarbij het palmares uit de Transquadra en je krijgt vijf leuke verhaallijnen over de Pogo 30.

Pogo Structures

In het Zuid-Bretoense Combrit, dicht bij de oevers van de Odet, vooral bekend van het mooie dorpje Bénodet, bouwt Structures al 25 jaar snelle racers voor solisten of duo’s, zeg maar shorthanded offshore zeilers. Het opmerkelijke concept kreeg vanuit een overweldigend succes bij de Mini 650 een steeds breder publiek dat ook wel wilde proeven van dit onvervalst zeilplezier. Boten die over het water zweven veeleer dan boten die het water vooruit proberen te duwen. Planeren maar. De eerste Pogo’s, de 6,50 en 8,50 waren van de hand van Pierre Rolland maar nu werkt de werf samen met het bekende Finot-Conq. Twee opmerkelijke architecten die al dertig jaar een onwaarschijnlijk knappe reeks boten wisten te ontwerpen. Jean-Marie Finot’s eerste grote succes was de Ecume de Mer waarvan meer dan 1300 exemplaren werden gebouwd, hierna volgden toppers als de First Class 8, de Figaro’s, de First 31.7, een aantal Pogo’s maar ook de meest opmerkelijke Imoca 60’s en maxi jachten. Sedert 1985, het jaar dat Pascal Conq de Tour de France wist te winnen, zijn beiden als onafscheidelijk duo aan de slag. Tijdens een prettige zeiltocht vertelde Pascal Conq uitgebreid over trends in de jachtbouw en over de Pogo 30. Op de vraag welk zijn favoriet ontwerp is krijgen we het lakonieke antwoord: ‘Welk van je kinderen zie je het liefst?’ Hij wil niet vergelijken maar geeft wel aan dat de nieuwste ontwerpen telkens een grote voldoening geven, met nieuwe inzichten, technieken en materialen. Zelf vaart hij graag met de Open 5.70, die draagt hetzelfde credo als de Pogo 30, ‘fast, fun, light and stable’.

Pogo 30 – snelle cruiser

Finot-Conq kregen voor de opvolger van de Pogo 8,50 een mooi concept voorgeschoteld waarbinnen ze de 30-voeter moesten ontwerpen. Vooreerst de buitengewone breedte van 3,70 meter voor een boot van amper 9 meter. De driehoekige boot ziet er uit als een Volvo Ocean Racer met het brede achterschip en het grote volume voorin. De knikspant achteraan heeft ondertussen zijn waarde bewezen. Andere standaarden van Pogo zijn de grote stabiliteit, makkelijke handling, veiligheid, balans onder zeil en stabiliteit onder automatische piloot. Lichte boten ook in betrouwbare materialen toegepast in bewezen technologieën, zoals de vacuüm infusie. Pascal Conq vertelde hoe moeilijk het was om de nieuwe Pogo 30 in de nieuwe CE-regelgeving in A te kunnen krijgen. De voorganger Pogo 8,50 zou deze nu al niet meer halen. Daarom moest het zwaartepunt erg diep gehouden worden en dat is uiteindelijk gelukt. Niet onbelangrijk als je wil deelnemen aan offshore wedstrijden als de Transquadra.

Aan dek

Wanneer je over de kaaien kuiert haal je er al snel de nieuwste ontwerpen uit. Vooral de spiegel van de Pogo 30 is een blikvanger. De boot is erg breed, heeft een lage vrijboord en open spiegel met een paar opstaande rechte hoeken. De overloop op de spiegel, de achterstag in V en een T-vormige cockpit met breed geplaatste helmstokken zijn opvallend. Het aantal trimlijnen is niet te tellen maar toch is alles uitstekend geordend zodat de solist hier zijn weg in blijft vinden. Op de dak van deze cockpit treffen we zeventien, u leest het goed, stoppers aan. Daarachter staan aan beide zijden twee Harken lieren. Voor de schootvoering van het grootzeil zijn heel wat keuzes mogelijk maar op dit wedstrijdgetuigde schip werd gekozen voor een schoot met aangrijpingspunt centraal in de cockpit, de overloop staat op de spiegel. De stuurman kan de schoot makkelijk bedienen vanaf de helmstok en geniet van meer dan behoorlijke voetsteunen. De overloop bedienen is een werkpunt en daar is men zich bij Structures van bewust. De trimlijnen voor de achterstag kan je vlot bereiken. Met de Axxon carbon mast met erg brede naar achter gepijlde zalingen is de achterstag overbodig en kan je met een sterk uitgebouwd grootzeil voeren. Als steun op lange rakken kan een extra backstag als steun gevoerd worden, denken we maar aan dagenlange ruimewindse rakken tijdens een transat. De testboot is uitgerust met de Axxon carbon mast maar je kan natuurlijk ook voor de aluminium mast kiezen. Het spreekt voor zich dat de architect dit verkiest. De verstaging is drieledig en breed op de huid van de boot geplaatst. Hierdoor is de compressie op de mast minder groot en kan een dunner profiel gekozen worden. De voetrail over de hele lengte is veilig al missen we wel wat handgrepen op de roof, er liggen wel life lines. Met de nieuwe en eenvoudige trimsystemen ontsnapt dit schip ook aan de genuarails en met de op dek geplaatste mast vermijden we een mogelijke bron van insijpeling. Op het voordek treffen we naast de uitschijfbare carbon spiboom enkel een eenvoudige rolsysteem voor de 105% fok, een ankerkluisje zonder ankerbeslag en een dekluik. Alles in het teken van eenvoud maar ook van gewichtsbesparing. Opvallend tot slot zijn beide zitbanken in de cockpit, uitgerust met goede voetsteun centraal in de kuip maar zonder enige vorm van rugsteun wat wel even wennen is. Over het geheel kunnen we stellen dat dit een heel erg open boot is met goede voetsteunen maar met de handen is het wel even zoeken. Prima voor ervaren zeilers maar is dit ook voldoende voor een pleziervaarder? Alle ongebruikte ruimtes van het schip zijn gevuld met onzinkbaar schuim wat het veiligheidsgevoel moet verbeteren.

Ruimteschip

Via het typische schuine schuifluik kom je via een kunststof trap met drie treden in een verrassend ruim en zeer licht interieur. Heel wat witte vlakken en vooral ruimte. Het is hinken op twee benen. Enerzijds is dit zeer comfortabel voor een racer maar anderzijds armzalig voor de cruiser. Centraal in het schip vind je een grote salontafel waarin tevens het hydraulische systeem van de diepstekende kantelkiel verwerkt zit. Beiderzijds twee meter lange zitbanken met rode kussens in kunststof. Naar voren toe is het hoofdschot weggelaten en vind je een open slaapplaats voor twee personen. Via een knap uitgevoerd gebogen raampartij krijg je veel natuurlijk licht binnen en word je een blik naar voor gegund. De rompramen zijn groot en prima gepositioneerd. Het aspect ruimte wordt vergroot door de afwezigheid van kasten. De composiet navigatietafel met kuipzetel kunnen we naar waarde schatten al is ook hier de bergruimte beperkt. De keuken is bijzonder basic al kan je er optioneel wel iets aan toevoegen, een frigo of warmwatersysteem bijvoorbeeld. Groot vinden we wel de achterhut met leuk raampje richting spiegel voor verse lucht of communicatie met de stuurman. De zoektocht naar kasten zal ook nu vruchteloos blijken maar geen nood. Aan stuurboord, achter de canvasdeur vinden we de natte cel, maar vooral een enorme bergruimte voor bijvoorbeeld de zeilen, jammer genoeg is deze ruimte niet bereikbaar van buitenaf al komt dit de veiligheid natuurlijk ten goede. Opvallend is dat het procedé van de full foam sandwich constructie de condensatie in de boot beperkt. Als je met dit Spartaanse Franse interieur kan leven zal je genieten van een enorme ruimte waar desgewenst zes volwassenen kunnen slapen. Leven zal je echter uit je reistas moeten doen en een goed restaurant vind je wellicht wel aan wal.

Afspraak in La Trinité sur Mer

Het paasweekend is de jaarlijkse afspraak voor de Spi Ouest France. De grootste zeilwedstrijd langs de Atlantische kust lokt het kruim van de Franse zeilers maar ook buitenlandse zeilers, zelfs Belgen, laten zich ieder jaar lokken door dit topevenement. Het aantal overvolle havens in deze regio is het laboratorium van de Franse botenbouw. Een gebied dat je beslist moet ontdekken en daarvoor is Kris Vandewalle (zelf een ex-Transquadragist) een uitstekende gids. Hij is verantwoordelijk voor de sectie zeilen bij Vaarschool.be. Een vaarschool met een uitstekende reputatie in eigen land maar via internationale samenwerkingen, in Bretagne met Activoile, kan je hier zeillessen volgens het RYA systeem volgen. Een leuke combinatie van gedegen opleidingen, met unieke boten in een prachtig vaargebied. (zie inzet). We gaan op zoek naar de Pogo 30 en vinden er direct een aantal aan verschillende steigers. Hier zie je alle nieuwe modellen van verschillende werven, al dan niet klaar voor deelname aan de Spi Ouest France. Boomerang, de testboot, ligt te blinken in de zon en we zullen vandaag de tijd nemen voor een lange testvaart richting La Teignouse en Belle-Ile. Ken je die nog niet? Beslist op je bucket list plaatsen. Met het mile-building systeem van de RYA kan je met dit schip richting Ouessant, Le Chennal du Four of San Sebastian in Noord-Spanje. Via de Vaarschool.be kan je zelfs met een JPK 1010, Grand Suprise of First 36.7 aan de slag, schepen met een topuitrusting en uitstekende zeilen waarmee je echt leert zeilen en trimmen in de beschutte baai van de Quiberon.

Looking for kicks

Het is een prachtige voorjaarsdag met een westelijke wind die van 10 knopen zal gaan aanwakkeren tot een flinke 25 knopen. We starten de Volvo Penta van 18 pk en gaan op pad, slingerend tussen de oesterbanken langs het goed bebakende kanaal. De daaropvolgende week zullen elke ochtend 400 boten een optocht naar buiten houden, een unieke belevenis. We hijsen het grootzeil vanuit de lazy jack en zien een mooi uitgebouwd grootzeil van 34 vierkante meter, zonder de uitbouw boet je al snel 8 meter in. De dubbele roeren sturen precies en de motor voert de boot makkelijk naar 7 knopen. De boot is uitgerust met de kantelkiel en steekt 2,50 meter diep, opgeklapt is dat 1,05 meter. De boot kan je ook krijgen met een vaste kiel met bulb van 1,90 meter. De boot voelt erg licht aan en is dat ook. Met amper 2,8 ton is dit schip bijna een ton lichter dan al zijn concurrenten. Niet geheel verwonderlijk gezien de gebruikte materialen, de vacuüm infusietechniek en de zeer beperkte afwerking binnenin. Hier is maniakaal over nagedacht en het resultaat mag er zijn. We ontrollen de solent van 26 vierkante meter, zetten de motor af en gaan aan de slag. Een leuk kruisrak voert richting Quibéron. Het is even zoeken naar een goede positie aan het roer maar die vinden we snel, de boot gaat onder helling en we gebruiken de prima voetsteunen. De schoot met fijnafstelling is goed te bereiken, de overloop van het grootzeil vinden we moeilijker te gebruiken. Nochtans is het vooral met deze laatste dat je snel overdruk kan lozen. Met 10 knopen wind halen we vlot 6,5 knopen bij een schijnbare windhoek van 35 graden, mooie resultaten en toch blijven we op onze honger zitten. Dit sportief ogende bootje moet ons zeilplezier bezorgen en toch missen we dat gevoel. De roeren geven weinig tot geen feedback, zelfs met een flinke windvlaag blijft de boot rustig op koers al krijgt hij momentaan een grotere helling. Zelfs als we het roer lossen gaat de boot als op rails gewoon verder. Ontwerper Pascal Conq geeft toe dat dit jammer is, er had iets meer in de roeren gemogen maar daar zijn ze blijkbaar niet in geslaagd. Deze koersstabiliteit stond hoog aangeschreven in het orderboek van Structures. Als solozeiler, die vooral op piloot vaart, zal het gevoel je worst wezen als je schip maar netjes op koers blijft en prima vaart. Franz Hawer getuigt: ‘De Pogo 8,50 was een erg fijne boot maar wel wat wispelturig, planeerde pas vanaf 20 knopen en had een minder goede koersstabiliteit. Met de nieuwe Pogo 30 wordt de grote spi van 90 vierkante meter gevoerd tot 20 knopen, de ‘kleine’ van 70 vierkante meter houden we tot 40 knopen’. Planeren doe je al vanaf 12 knopen ware wind. Franz is een bedreven wedstrijdzeiler met ervaring op onder andere Max Fun en weet dus wel van wanten. Over de nieuwe Pogo 30 is hij razend enthousiast. Hij was er al vroeg bij om in te tekenen en trok vijf keer naar Bénodet om met de werf te discussiëren over zijn boot en een paar aanpassingen te bepleiten. Bij Structures waren ze in het begin niet happig op de aanpassingen maar mits goede argumentatie kwamen ze tot een vergelijk. Ze zijn niet bereid veel in te boeten op hun unieke concept. Echte Bretoenen zijn het maar Franz is uitermate tevreden over zijn boot. Franz zal in duo deelnemen aan de Channel Race 2015.

Benieuwd naar de planerende eigenschappen kruisten we op naar La Teignouse. Aan de uitgang van de baai richting Belle-Ile krijgen we te maken met een goed gevormde zee maar de volumineuze romp gaat er vlot door en we krijgen, zelfs bij 20 knopen aan de wind, nauwelijks water over dek. We vallen af naar voor de wind en doen dit zonder het grootzeil te vieren, het lukt! Weerom breekt ons zeilershart een beetje want afvallen zonder te vieren kan toch niet? Wel, deze Pogo 30 is zo dociel, dat de krachtige roeren de boeg naar beneden sturen zonder te protesteren. De lichte boot pakt de golven op en we willen de spi erbij. Deze boten zijn getuigd met symmetrische of asymmetrische voorzeilen. Helaas blijken ze niet aan boord, maartijdens de Spi Ouest zien we verschillende keer een Pogo 30 voorbijrazen en dat bevestigde ons voorgevoel. Dit bootje kan erg snel gaan, getuige de Transquadra beelden op Youtube met vlotte surfs tot 16 knopen. De boot lag trouwens lange tijd aan de leiding en eindigde derde in zijn klasse.

Prachtige daysailor voor shorthanded zeilen

Het is moeilijk de Pogo 30 te zien als een cruiser. De looks sluiten immers aan bij de moderne raceboten terwijl dit schip helemaal niet moeilijk te zeilen is. Zelfs voor een cruiser leek hij soms te braaf terwijl de zeilprestaties toch erg goed zijn. De krachtige tuigage, de grote stabiliteit door de diepstekende kiel en de gewillige roeren maken dit schip leuk te zeilen. Uit je roer lopen is er niet snel bij. De cockpit is erg ruim, benedendeks spartaans voor een cruiser maar luxueus voor een racer. Met zes slaapplaatsen, erg veel ruimte voor een dertig voeter maar amper oog voor comfort sluit de boot aan bij de daysailor-trend, maar ook een waarmee je shorthanded veilig lange tochten kan gaan maken, een Transquadra, Channel Race of Oostende-Ramsgate mag gerust op het menu. De keuken en natte cel zijn uitermate functioneel en de technische bergruimte naar behoren. De afwerking is goed al zijn sommige elementen, zoals het schuifluik, eerder fragiel afgewerkt. Alles staat in het teken van gewicht en de zeilprestaties. Misten we een beetje gevoel aan het roer dan spreken de uitstekende resultaten in de Transquadra dat gevoel een beetje tegen. Maar een opmerkelijke verschijning is deze Pogo 30 in ieder geval. Verkies je fun boven luxe dan is dit je boot, bovendien is alles slim bedacht zodat je alleen of met zijn tweetjes kan gaan planeren!

De Pogo 30 kan gehuurd worden zonder skipper en met skipper vanuit La Trinité-sur-mer. Ook voor speciale wedstrijden, double handed of single handed. Naast de Pogo kunnen via de Vaarschool.be* ook nog volgende ‘specials’ worden gehuurd in de Quiberon (Zuid-Bretagne)

JPK 10.10 – Grand Surprise – First 36.7 (ISAF cat1) e.a.

Voor meer info, mile-building tochten in Bretagne en contactadressen website Vaarschool.be/jachtverhuur/

* de Vaarschool.be heeft in Zuid-Bretagne een partnership voor België, NL en GB met ACTIVOILE.

Technische gegevens
Lengte:            9.14 m

Breedte:           3.70 m
Kantelkiel:       2.50 m / 1.05 m
Vaste kiel:       1.90 m
Waterverplaatsing:       2.800 kg
CE:      A
Grootzeil (uitgebouwd): 34 m² – Standaard 26,50 m²
Genua: 26 m²
Asymmetrische Spinakker:      92 m²/70 m²
Symmetrische Spinakker:        84 m²
(Axxon Carbon Mast in optie)
Prijs: vanaf 87.220 euro ex. btw
(prijs zonder zeilen)

Info: www.pogostructures.com

(Verschenen in VAREN mei 2015)