Dossier Toervaren

VVW Toervaren zet zich al decennialang in voor de toervaarder en heeft er voor gezorgd dat het varen toegankelijker wordt voor het brede publiek. Voorzitter Willy Mens kent de geneugten van het varen als geen ander en kent onze wateren als zijn eigen broekzak.

Varen: Wat heeft ons land allemaal te bieden voor de toervaarder?
Willy Mens: De meeste mensen weten niet dat we in België ongeveer 1.500 km bevaarbaar water hebben, waarvan 1.350 in Vlaanderen. Veel pareltjes met goed gelegen jachthavens. Er is ook een groot contrast tussen Vlaanderen en Wallonië. Ginder heb je bv Dinant met de hoge rotsen, je vaart door de bergen. Terwijl aan de Leie de villa’s tot aan het water komen. Er is dus erg veel variatie. De Schelde heeft veel stroming en is een boeiende uitdaging. Het is de grootste getijdenrivier van Noord-Europa. Dat houdt in dat de navigatie moeilijker is maar daardoor ook interessanter. Dat is fascinerend. Er zijn ook veel verbindingen met grote steden die prachtig zijn om via het water te bezoeken.

Varen: Er is ook veel minder beroepsvaart dan vroeger dus meer plaats voor de toervaart.
Willy Mens: Dat is een genuanceerd verhaal. Het klopt inderdaad dat de beroepsvaart vele jaren stiefmoederlijk behandeld is en daardoor sterk teruggedrongen. Dat betekent dat er veel minder beroepsscheepvaart is dan vroeger. Maar dat betekent tegelijk dat vele rivieren al lang niet meer gebaggerd worden, waardoor de diepgang sterk is verminderd. Sommige rivieren zijn zelfs gesloten. Er zijn veel natuurgebieden bijgekomen, en op zich is dat een erg goede zaak. De oevers zijn veel mooier dan vroeger. Maar in een natuurgebied mag geen steiger worden aangelegd. En dat is dan weer in ons nadeel. De pleziervaart kan die mooie gebieden niet exploiteren.


Varen: We hebben deze zomer te kampen gehad met de grootste droogte sinds het begin van de metingen. In de Westhoek zorgde dat voor problemen voor pleziervaarders.
Willy Mens: Inderdaad, op een gegeven moment moesten bepaalde stukken gesloten worden voor een bepaalde diepgang omdat er te weinig water stond. Daardoor is er veel minder gevaren, want het was erg moeilijk om een sluitende planning te maken. Want je was niet zeker dat je nog op tijd zou terug geraken bij een grotere tocht. De rivieren hebben niet zoveel volume meer dan vroeger. Dat is een dubbel probleem want als het in de winter eens hard regent dan zijn er al snel overstromingen. Ook omdat er al lang niet meer gebaggerd is en de rivieren minder volume water kunnen vasthouden. De grote droogte van dit jaar, en overigens ook vorig jaar, leert ons dus dat het noodzakelijk is om de rivieren terug te baggeren, en te zorgen voor bufferzones.


Varen: Dat helpt tegelijk drie problemen mee oplossen: de schaarste in geval van droogte, het teveel aan water in natte periodes, en voldoende diepgang voor de toervaart?
Willy Mens: Inderdaad, en er zijn ook te weinig sluizen met pompsystemen. Daar is allemaal sterk op bezuinigd. Te sterk naar onze mening. Maar op vlak van natuur en waterkwaliteit zijn we er wel sterk op vooruitgegaan. Indertijd waren sommige rivieren echte open riolen. Nu is het water op de meeste plaatsen proper. Voor ons toervaarders is proper water heilig. Er heerst echt een cultuur van verantwoordelijkheidszin. Kijk, als er ergens een TV of koelkast in het water drijft dan zijn die echt niet gedumpt door een toervaarder, he. Want zo’n dingen zijn gevaarlijk, je kunt er met de schroef invaren.


Varen: Je sprak van vele pareltjes.
Willy Mens: Er zijn er erg veel en een van de mooiste is de Durme. Ik durf haast zeggen dat de Durme nog mooier is dan de Leie. Maar jammer genoeg is die afgesloten. Zonde want het is werkelijk een schitterend gebied om door te varen. Na Mendonk is het ondertussen een botenkerkhof. Er wordt niet meer gebaggerd tussen Lokeren en Waasmunster en er zijn enkele vaste bruggen gebouwd waar nu sommige betonrot zijn geworden…
Hier zit een groot potentieel in voor de waterrecreatie en het toerisme, en dat voor alle gemeenten op het traject. Voor ons zou het echt een droom zijn om de Durme ooit terug open te zien gaan. Mijn indruk is dat er op politiek vlak toch wat onwetendheid heerst als het gaat over pleziervaart. We hebben een inhaalbeweging nodig.


Varen: Vlaanderen staat bekend om zijn cultuursteden.
Willy Mens: Gent is een heel mooi voorbeeld. Daar kan je door het oude centrum varen. Er heerst echt een cultuur van pleziervaart die gepromoot wordt. Ook in Brugge is het schitterend om te varen, daar hoef ik geen tekeningetje bij te maken. Ook Mechelen biedt veel accommodatie. Je kunt er (bijna) tot in de binnenstad varen. Ik vernoem ook Lokeren dat erg de moeite waard is, al zou daar zoals gezegd de Durme terug moeten opengaan. Dat is een troef die niet uitgespeeld wordt. In Antwerpen is het een ander verhaal. Ondanks de wereldhaven is het er voor de pleziervaarder moeilijk. Dat heeft te maken met de beperkte tijden waarin de sluizen toegankelijk zijn. Gelukkig is er nog het Willemdok, maar er is veel potentieel dat niet benut wordt. In Dendermonde kan de binnenstad toegankelijk gemaakt worden mits een kleine aanpassing. Lier heeft dat potentieel ook. Allemaal mooie en gezellige steden die heel wat te beiden hebben.


Varen: Er is veel te doen rond de zogeheten ‘vergrijzing’ van de toervaart. Er is amper nog opvolging. Hoe zie jij dat?
Willy Mens: Het is inderdaad zo. Maar volgens mij heeft dat voornamelijk te maken met onwetendheid. Jonge mensen denken dat varen een peperdure hobby is en het blijft dan bij een droom. Maar de prijzen van boten zijn nooit lager geweest. Tweedehands koop je al vanaf een 10.000 euro en minder een toerjachtje om op te knappen.


Varen: Terwijl een zware motorfiets al gauw 20.000 euro kost. En op het water is het veel veiliger dan op de straat met de motor.
Willy Mens: Dat klopt. Weg van het verkeer, zeg ik altijd. Mijn advies is: huur eens een boot of vaar met iemand mee. Dan krijg je de smaak te pakken en kan je rustig een volgende stap zetten. En met de huidige mogelijkheden op de tweedehandsmarkt kom je met een beperkt budget al een heel eind. Maar ga niet voor een uurtje varen. Trek er in alle rust een hele dag voor uit. Pas dan ga je het zalige leven aan boord echt ontdekken. Eens je de microbe te pakken hebt laat ze je niet meer los. Natuurlijk is er ook een mentaliteitsverschil. De jongere generatie wil van alles tegelijk genieten: ze willen gaan varen, maar ook gaan skiën, motorrijden, wereldreizen maken, enz. Als booteigenaar moet je een keuze maken want er kruipt veel tijd in een boot en ook geld. Het is een totaalhobby.


Varen: We zien anderzijds dat het aantal jongeren die sloepvaren in het Gentse toeneemt, en voornamelijk jonge vrouwen. Het enthousiasme is er dus wel degelijk bij de jeugd.
Willy Mens: We moeten af van het idee dat varen enkel en alleen voor rijke mensen weggelegd is. Want dat is niet meer zo. We moeten de onwetendheid daaromtrent proberen weg te nemen. De oudere waterfanaten blijven ook veel langer actief dat goed is voor onze gezondheid. Voor deze personen is het toervaren wel degelijk watersport op hun niveau. Daar is ook een rol weggelegd voor de overheid die best inspanning doet maar het kan altijd meer. Terwijl het niet alleen een prachtige vrijetijdsbesteding is, sociaal en gezond, maar ook een economie vertegenwoordigt die voor meer werkgelegenheid kan zorgen.
Info: www.vvw.be/Toervaren

DOSSIER TOERVAART: STALEN KAJUITJACHTEN

Varen met een stalen ros

De toervaarder onderneemt graag lange tochten, soms zelfs van weken- of maandenlang om niet alleen Vlaanderen maar ook grote delen van Europa te doorkruisen. Zijn jacht is speciaal uitgerust om de rivieren en kanalen te bevaren met het nodige comfort aan boord. Het merendeel van de toerjachten zijn kajuitjachten met een stalen romp. En het overgrote deel daarvan wordt gebouwd in Nederland.

Een jaarlijkse trekpleister voor de toervaarder is Boot Holland in Leeuwaarden (Motorboot Sneek) in Friesland, de grootste boat show voor staalbouw en dus ook toerjachten. Daar presenteert het kruim van de Hollandse staalbouw zijn laatste nieuwe modellen.

Waterverplaatser
De motorboten hebben een knikspant en deze exemplaren zijn gebouwd voor traagvaart. Want op de binnenwateren geldt meestal een snelheidsbeperking. Het zijn waterverplaatsers (ook wel traaglopers genoemd) die wel best een snelheid halen van minstens 12 km/uur om ook tegen stroming in te kunnen varen. Daar hoort een betrouwbare en zuinige diesel bij. Verder beschikt het vaartuig over een ruime stuurhut en kajuiten om te kunnen overnachten, een keukentje en sanitair. Achteraan zien we een bijbootje.

Traditioneel en modern
Hoewel heel wat toerjachten nog een design hebben dat weinig verschilt met dat van 30 jaar geleden, zijn er werven die zich onderscheiden met erg moderne modellen die de laatste nieuwe concepten en snufjes op vlak van architectuur en uitrusting aan boord hebben. Een daarvan is de Discovery van Super Lauwersmeer.

Design
Dit jacht is een combinatie, waarbij de praktische eigenschappen van de Discovery een grote rol spelen, maar waar design een hoofdrol kreeg. De moderne raampartij, het gewelfde dak en de krachtige boeg maken de Discovery OC tot de meest dynamisch gelijnde Super Lauwersmeer ooit. Het mooie aan dit jacht is dat de leefruimte op één niveau is. Wie vanuit de ruime open kuip de salon inloopt passeert meteen de keuken die daardoor betrokken is bij de kuip. Een koud drankje is dus direct binnen handbereik en geeft mede dankzij het grote open dak het gevoel van een buitenkeuken.

Degelijke klassieker
Andere werven blijven zweren bij de traditionele look die is afgeleid van vletten en kotters. Daar is op zich niks mis mee, want de Hollandse jachtbouw heeft een wereldwijde reputatie van degelijkheid en betrouwbaarheid. Je hebt dus een jacht dat het werk perfect zal doen. Maar traditionele modellen zijn gemaakt voor een ouder publiek en spreken jongeren qua look minder aan. Een traditioneel kwaliteitsjacht vind je bij Brandsma, een van de vele spelers op de Nederlandse markt.

Betrouwbaar
De Noordzeekotter 38 van Brandsma is in alle opzichten een schip met klasse. Naast veel luxe en een stoere uitstraling neemt dit klassieke kajuitjacht ook het nodige aan gewicht met zich mee. Alles is robuust en massief, en dat merk je op het water, waar de Noordzeekotter keer op keer zijn enorme betrouwbaarheid bewijst.

Onderhoud
Stalen jachten zijn oerdegelijk en gaan erg lang mee mits goed onderhoud. Afhankelijk van het gebruik van het jacht en eventuele schade dient de romp om de drie tot vijf jaar herbeschilderd te worden. Verder is er het jaarlijkse onderhoud dat samenvalt met de winterstalling en het vaarklaar maken in de lente.

DOSSIER TOERVAART: VERRE BESTEMMINGEN

Dwars door Europa

De vrijheid die een toerjacht biedt is vrijwel onbeperkt. Je kan een weekendje gaan varen rond de spreekwoordelijke kerktoren, of enkele weken tijdens de vakantie pakweg naar Zeeland, maar je kan ook een verre reis maken van maandenlang dwars door Europa.

Hugo Geudens, voorzitter van VVW Nete en voormalig secretaris bij VVW Toervaren zit mee in de organisatie van de tocht die de federatie volgend jaar naar Denemarken heeft gepland. Hij was er ook twee jaar geleden bij toen de succesvolle tocht naar Polen werd ondernomen. Een buitenlandse tocht is een beetje een avontuur en wil je dat veilig ondernemen dan komt er heel wat organisatie bij kijken. Zeker voor het varen in groep.

Varen: Hoe wordt zo’n reis voorbereid?
Hugo Geudens: Zo’n buitenlandse tocht is een hele belevenis en vraagt inderdaad de nodige organisatie. De voorbereiding doen we in de winter. Dan gaat het voornamelijk over het bestuderen van de route en alle navigatiegegevens, zoals diepgang, doorvaarthoogtes, sluizen, meerplaatsen en zo verder. Een kleine groep gaat ook met het vliegtuig naar Denemarken om ter plaatse te gaan kijken. We varen met grote jachten en niet alle jachthaventjes zijn erop voorzien om ons allemaal een ligplaats te kunnen geven. Daarom wordt de vloot in kleinere groepjes verdeeld.

Varen: Wat komt er nog bij kijken?
Hugo Geudens: Ook belangrijk zijn de locaties waar je kan tanken, die moeten op voorhand goed gekend zijn. Voor de individuele skippers is het zaak om zelf te berekenen hoeveel zijn jacht zal verbruiken op de route. Ook op vlak van watervoorraad is het een berekening voor de skipper, want elk jacht heeft een andere watertank aan boord en niet elke bemanning verbruikt het op dezelfde manier. Naar proviand toe wordt er weinig van thuis meegenomen. Doorgaans wordt onderweg voeding en drank ingekocht in een warenhuis en we gaan ook graag eens op restaurant. Aan boord hebben we altijd wel pasta of zo voor in geval van nood. Wie een huisdier meeneemt moet dan weer rekening mee houden dat er bv een document van inenting kan worden gevraagd.

Varen: Hoe beleef je zo een maandenlange tocht?
Hugo Geudens: Het is altijd een belevenis en een beetje een avontuur. Onderweg aan een sluis, om iets te noemen, weet je nooit zeker wat je gaat tegenkomen. Je hebt natuurlijk de gegevens van het verval uit de tabellen, maar die kloppen niet altijd. Dan komt het erop aan te relativeren en improviseren. Sommige afmeerplaatsen bieden geen accommodatie, bv langs de oever van een kanaal. Daar is geen elektriciteit of drinkbaar water. Om er een nachtje te liggen is dat geen probleem, maar je moet wel zien dat je batterijen de nodige energie bevatten om de volgende ochtend te kunnen starten. Dus een zonnepaneeltje voor wat extra energie is handig.

Varen: Wat is de strafste stoot die je tijdens de Polenreis hebt meegemaakt?
Hugo Geudens: Onderweg door Duitsland hadden we ingepland om via de Oost-Oder naar Polen te varen. Maar daar aangekomen werd ons door de autoriteiten vertelt dat er geen plezierjachten door mogen. Dat was een beetje een koude douche, want daardoor dienden we een enorme omweg te maken, over de West-Oder. Terwijl we daar met onze fietsen stonden te kijken naar de Oost-Oder en grote duwbakken zagen varen. En vervolgens, over de grens met Polen, kwamen we in een enorme jachthaven, splinternieuw en volledig uitgerust, die volledig leeg was. Het gras stond er al tussen de straatstenen. Dat zijn ultramoderne jachthavens gebouwd met Europese subsidies. Dat is waarschijnlijk het resultaat van dat vaarverbod op de Oost-Oder. Daar sta je dan even van te kijken.

Varen: Dat is inderdaad heel straf!
Hugo Geudens: Nog een straffe stoot was aan een Duitse sluis. De sluiswachter, een vrouw, drukte ons op de borst dat het water achter de sluis maar 80 cm diep was. Na overleg besloten we om het er toch op te wagen. Toen we geschut waren bleken we een diepgang te hebben van twee meter. Die sluiswachter geloofde ons niet en werd boos, dus we zeiden: ‘Kom dan zelf kijken op onze dieptemeter.’ Ze kon haar eigen ogen niet geloven, want in haar boekje stond 80 cm. (lacht)

Varen: Wat is je het meeste bijgebleven?
Hugo Geundens: We hebben een prachtige reis beleefd en heel de weg naar de eindbestemming hoort natuurlijk bij de beleving. In Stettin, ons einddoel, hebben we een hele week gelegen aan een gunstige prijs. Het is een heel grote stad met veel oude gebouwen en monumenten. Ronduit schitterend. Opvallend is wel dat je in Polen haast geen Poolse pleziervaart ziet. Dat zijn haast allemaal buitenlanders. Toervaarders zoals wij, maar ook buitenlandse zeezeilers die langs de Oostzee binnenkomen.

Varen: En volgend jaar gaat het naar Denemarken?
Hugo Geudens: Inderdaad, en dat wordt dus opnieuw een hele winter voorbereiden. De tocht zelf is gepland in juni, juli en augustus.

DOSSIER TOERVAART: FIETSEN AAN BOORD

Beleving van het achterland met de tweewieler

Wie toervaart heeft meestal wel een fiets bij om voet aan wal te kunnen zetten en een eindje te kunnen rijden in de omgeving. De beleving van het achterland wordt zelfs steeds belangrijker, zo tonen de laatste trends aan. De natuur opsnuiven, gaan winkelen of een dorpje of stadje verkennen. Het hoort allemaal bij de geneugten van het toervaren. Maar de tijd van de stalen velo’s die aan de reling waren vastgebonden is voorbij. Hoogtechnologische e-bikes uit licht aluminium of carbon en een bont allegaartje van steps en plooifietsjes vormen het arsenaal van de moderne toervaarder. Want met pakweg een speed pedelec, dus met een elektrische motor, is de actieradius plots een pak groter en zijn er dus veel meer mogelijkheden voor beleving op de oever.

De meest rudimentaire vorm van tweewieler is de step, een doorontwikkelde autoped of loopfiets. Het is een erg handige gadget die makkelijk kan weggeborgen worden en in ieder geval comfort biedt om afstandjes te overbruggen. Maar wil je ermee naar de winkel dan heb je wel een rugzak nodig. Iets meer comfort biedt de plooifiets, die kan uitgerust worden met een draagtas. De Brompton kan je zelfs online volledig samenstellen, en dat is handig.

Tegen 45 km/uur
Dan is er de categorie e-bikes zoals de pedelecs. De meest uit de kluiten gewassen e-bike is de speed pedelec, die een snelheid van 45 km/uur kan halen. Dat betekent dat je makkelijk grote afstanden kunt overbruggen zonder veel inspanning. Let wel, sinds twee jaar is er een wetgeving en die is gedetailleerd en strikt. Zo heb je voor een speed pedelec onder meer een certificaat van de verkoper nodig, rijbewijs, verzekering en een gepaste helm, want hij valt onder de categorie bromfietsen.

Goed informeren
Om je goed te informeren en de juiste keuze te maken bij de aankoop van een elektrische fiets, heeft de FOD Mobiliteit een handige wegwijzer gepubliceerd op haar website. Je vindt er een tabel met de drie verschillende types met hun eigenschappen en de bijhorende voorwaarden waar je rekening mee moet houden zoals: een rijbewijs, verzekering, nummerplaat, je veiligheid.
Info: www.mobilit.belgium.be

Soorten gemotoriseerde fietsen
Een fiets met elektrische hulpmotor (≤ 250 W en ≤ 25 km/u) beschikt enkel over trapondersteuning en heeft geen COC (certificaat van overeenstemming).
Een gemotoriseerde fiets (≤ 1.000 W en ≤ 25 km/u) beschikt altijd over trapondersteuning maar kan ook zijn uitgerust met een motor die autonoom zonder gebruik van de pedalen kan werken.
Een speed pedelec (≤ 4.000 W en ≤ 45 km/u) is een snelle elektrische fiets waarbij de trapondersteuning niet stopt bij 25 kilometer per uur. Je kunt door zelf mee te trappen snelheden tot 45 kilometer per uur behalen. Speed pedelecs vallen daardoor niet in de categorie ‘fietsen’, maar in die van de ‘bromfietsen’.

DOSSIER TOERVAART: Huisdieren aan boord

Je ziet het wel meer: een hondje dat kwispelend op het dek staat. Die trouwe vriend mag natuurlijk ook mee. Meer dan 70 procent van de toervaarders laat zich vergezellen door een huisdier, meestal een hond. Maar daar komt wel het een en ander bij kijken, toch als je naar het buitenland gaat.

Reizen binnen de Europese Unie

Paspoort
Honden, katten en fretten dienen een Europees paspoort te hebben. Dit paspoort is identiek voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het wordt afgegeven bij de identificatie of de vaccinatie van het dier tegen hondsdolheid.

Identificatie
Eigenaren die hun hond, kat of fret op reis willen meenemen zijn verplicht een identificatie bij hun dier te laten aanbrengen. In België wordt de ‘elektronische transponder’ (microchip) gebruikt die onderhuids wordt aangebracht door de dierenarts. Naast de chip is in de meeste landen ook de tatoeage als identificatie toegestaan op voorwaarde dat ze werd geplaatst voor 3 juli 2011 en duidelijk leesbaar is.

Vaccinatie tegen hondsdolheid
Honden, katten en fretten dienen ingeënt te zijn tegen hondsdolheid. De inentingsprocedure is complex. Wens je de geldende regels te kennen bij een reis binnen de Europese Unie, dan bent je aangewezen op het advies van een dierenarts.

Openbare plaatsen
Informeer je op voorhand over de geplogenheden en wetgeving van de landen waar je doorreist. In sommige landen zijn honden niet altijd toegelaten op openbare plaatsen. Ook het binnenwandelen met de hond in een restaurant wordt niet overal toegestaan.

Verboden hondenrassen
In sommige landen zijn bepaalde hondenrassen niet toegelaten. In Frankrijk bv mogen gevaarlijke honden als Rottweilers en pitbulls niet meer binnen.

Reizen buiten de Europese Unie
Niet alleen de Europese voorwaarden (bij een eventuele wederinvoer van het dier), maar ook die bepaald door het land van bestemming dienen te worden vervuld. Indien er onduidelijkheid bestaat over de juiste voorwaarden, dan kan je je best tot de ambassade of het consulaat van het betrokken land wenden, of raadpleeg het reisadvies van de federale overheid.
Info: www.diplomatie.belgium.be