The bucketlist van een loungezeilster: Canada

On the bucketlist: stand up paddlen op een paar meter van een wilde beer en gigantische bultrugwalvissen synchroon zien jumpen vlakbij je zeilboot? Check. Niet on the bucketlist: in spookwinden van 7 beaufort terecht komen in een inlet met ijswater? Ook check. 
Zeilavontuur in Canada: dubbel check!
Dit is een artikel for y’all ‘loungezeilers en -zeilsters’ out there zoals mezelf die met hun man of vrouw (mee)zeilen en tot nu toe vooral in bikini of short genoten van ‘dobberweer’ (lees: 2-3 beaufort) op de Middellandse zee met een mojito in de hand. Try something new! 

To go or not to go?

Of ik deze zomer 3 weken wou zeilen in Canada? De ‘Salish sea’ in Desolation Sound, British Columbia. Er is geen goed weer garantie, er zijn gevaarlijke stroomversnellingen en je moet opletten dat je niet tegen grote stammen drijfhout (logs) vaart. ‘Mmm, let me think about that… Denk, denk… Not!’ Dat was mijn eerste reactie toen Stefaan, mijn man en fervent zeiler, me deze vraag stelde. Op vakantie wil ik als passagier vooral stressloos (mee)zeilen bij warme temperaturen. Rust. Bovendien: na een paar zeilreisjes als compagnon de route reikt mijn zeilkennis niet echt ver. Ik draai wel af en toe aan de winch, ik ken het verschil tussen stuurboord en bakboord (loef en lij lukt ook nog), maar bovenal weet ik de radio zijn waarin ik ‘Mayday mayday mayday’ moet schreeuwen in het geval Stefaan overboord zou vallen en ik het ineens moet overnemen. Geen haar op mijn hoofd denkt er dus aan om een avontuurlijke, comfortloze zeilreis te ondernemen. But what does one do for love? Meegaan uiteraard. En maar goed ook. Best holiday ever!

Standaard package deal: watervliegtuigen en zeehonden

We huren bij Nanaimo Yacht Charters een Catalina 30 met de elegante naam ‘Sommelier’. Alvast een goed begin, denk ik bij mezelf. Onze zeilboot ligt in een Canadees haventje omringd door dennen en typische boat houses. Geflankeerd door opstijgende en landende idyllische watervliegtuigjes varen we meteen uit. Niet veel later poppen de eerste zeehondenkopjes op (zowat de lokale duif van Canada). We meren aan in een rustig baaitje en gooien een verse zalm op het barbecuetje aan de bootreling. So far, so good. En het is nog warm ook!

Stroomversnellingen en vergane schepen

Onze eerste echte stop: de Skookumchuck Narrow. Twee keer per dag keert de stroming om waardoor een immense hoeveelheid water met een snelheid tot 30 km per uur door een smalle doorgang raast. De plek (die je bereikt door een uurtje in een majestueus gematigd regenwoud te stappen) is geliefd bij kajakkers en paddle boarders die graag bijna doodservaringen opzoeken, lijkt me. De kunst is om ter plekke te blijven op de snelstromende golf (tot 2,8 meter hoog) die ontstaat en om niet te eindigen in de vele draaikolken verderop. Een topschouwspel om aan de kant van te genieten met een bosbesmuffin in de hand, dacht ik zo. En ik nam gretig een hap.

’s Avonds eten we een heerlijke ‘Skookumchuck burger’ in het enige etablissementje bij de 2 aanlegsteigertjes die het haventje rijk is. Uitzicht over de bergen, een sensuele zonsondergang en kolibries die de hele tijd af en aan vliegen. Top. Alleen was er ook het uitzicht op die ene spiksplinternieuwe zeilboot en de rots waar hij niet lang geleden op stuk sloeg. Het getij verkeerd ingeschat. Juist, back to reality. Dit wordt geen Middellands zeetripje.

Die avond leren we ook Lorn (82) en Colleen (67) kennen. Superlieve locals die al hun hele leven zeilen. Colleen vertelt dat ze al héél veel wilde beren ontmoette en dat je ze perfect kan benaderen tot op enkele meters, zolang je maar naar hen toe gaat in de richting waar de wind naartoe blaast. Of ik dat geloof, dat het zo easy is om een wilde beer te benaderen? Graag, maar ik weet het toch zo niet. We zullen zien…

In ieder geval zijn we superblij dat ook zij naar Princess Louisa inlet varen, waarbij we door onze eerste stroomversnelling ‘Malibu Rapids’ moeten zeilen. Wat is het? Kort gezegd: het water stroomt de hele dag in of uit de inlet langs een smalle doorgang. Hierdoor krijg je enorm veel stroming (tot 9 knopen) en is de bochtige inlet ontoegankelijk. Slechts 2 keer per dag heb je een ‘window’ van een paar minuutjes waarbij de stroming op zijn zwakst is. That’s your cue. Wat moet je doen? De stroomtabel in je boot lezen, wachten op het juiste tijdstip, je adem inhouden en… Lorn and Colleen volgen. De tocht naar de Malibu Rapids van een uur of 6 is adembenemend. We wachten vóór de rapids met een magistraal uitzicht van besneeuwde bergtoppen en plukken aan wal nog wat wilde bessen en frambozen bij 30 graden. 

Dan is het zover. We proberen geen meter af te wijken van de koers die onze Canadese vrienden varen. We voelen de stroming trekken aan het roer, aan onze Sommelier en aan mijn hart. We varen langs de rots waar ook hier nog geen week voordien een zeilboot op stuk sloeg. Maar… na een paar minuten zijn we door het sterkste stuk van de stroming en lach ik mijn denkbeeldige begrafenis weg. Paniek vanbinnen? Ik? Natuurlijk niet…  

We varen langs de steile rotsen, op naar het einde van de inlet (Chatterbox falls), the holy grale for sailers volgens National Geographic. Volgende moeilijkheidje: aanleggen. Middellandse zee: sturen op de boei, of de boei nemen met de stok, no problem. Maar in een dinghy je boot met touw aan een rots en een boom vastmaken? Andere koek. Gelukkig zijn we getrouwd in goede én kwade tijden en is de stressdiscussie snel achter de rug. We blijven 2 dagen met maximum 10 andere boten in de fjord. Het zijn de enige bewolkte en miezerende dagen op onze vakantie, maar dat brengt net een passende, mysterieuze sfeer. Lorn en Colleen nodigen ons uit voor pannenkoeken en we luisteren geboeid naar nog meer verhalen over hun zeilleven, wilde beren én walvissen. Juist, de bucketlist moet nog afgewerkt worden. Bij een goed glas wijn klinken we op de ongereptheid van de natuur en het toeval.

Zeeleeuwenvetes

Onze volgende stops staan in het teken van wildlife om u tegen te zeggen. National Geographic, maar dan in het écht. We varen langs Mitlenach eiland, een klein natuurreservaatje, en botsen op meer dan 60 zeehonden. Zolang mogelijk op je rug indutten op een warme rots bij 30 graden tot het water je aan de lippen staat en je wel moet omrollen op zoek naar een hogere rots, is duidelijk hun favoriete bezigheid. We ankeren vlakbij de induttende kolonie wanneer nog geen 20 meter verderop een groep zeeleeuwen uit het water klimt. Een dominante zeeleeuw en zijn harem maken een oor-ver-do-vend lawaai. Even later komt een jonge vijand op de proppen. Een hevig gevecht barst los. The winner takes it all: het dominante mannetje behoudt zijn harem, maar hij is tegelijk een paar gapende, bloedende wonden rijker. De jonge uitdager druipt af en we toasten met een glaasje cava op dit spektakel. David Attenborough himself was hier ongetwijfeld graag bij geweest. We besluiten hier te slapen, op het rimpelloze water. Tot… een niet-voorspelde wind om 23 uur ineens korte metten maakt met dit plan. Vier beaufortwinden met veel deining jagen ons weg en noodgedwongen zoeken we in het pikdonker (met kans op het raken van boomstammen) een andere slaapplek. We moeten 2 uur varen vooraleer we een geschikte plek vinden waar de wind ons rust gunt. Plots klinkt die vertrouwde Middellandse zeeboei toch weer lekker in de oren…

Jump for joy-walvissen

Met nog slapers in de ogen en op een lege maag zeilen we de volgende ochtend naar een betere plek. En op die tocht gebeurt het. Bultrugwalvissen. Niet 1. Niet 2. Maar 3 gigantische kolossen begeven zich rondom onze boot, met op de achtergrond een paarsblauwe bergketen. Een beetje in lichte paniek schakelen we meteen onze motor uit om hen niet te storen. Met ingehouden adem kijken we naar de kolossen die nog geen 10 meter van onze zeilboot roerloos drijven. Het helpt de rust niet vooruit wanneer Stefaan fluistert dat hij thuis filmpjes zag waarbij walvissen boten doormidden springen als je hen op de zenuwen werkt. We verroeren geen vin. En dan begint het. Een 2 uur durend schouwspel. Hun sierlijke staarten schieten uit het water en glijden gracieus terug onder het wateroppervlak. Het klappen van hun borstvinnen op het water maakt een oorverdovend geluid. Hun nieuwsgierige koppen nemen een kijkje boven water. En alsof dat nog niet genoeg is: jumps. Zo goed als hun hele kolossale lijf schiet uit het niets omhoog en komt met een gigantische splash terug neer. En dan? Dan laat je die smartphone gewoon aan de kant en geniet je. ‘If there ain’t no pictures, it didn’t happen’ kan je op dat moment geen barst schelen. Dit is de natuur op zijn best. Op een bepaald moment springen zelfs 2 walvissen zo goed als synchroon naast elkaar! Dit hadden we niet durven dromen. Dank u Universe, Dank u Canada, ik kan nu sterven… Ware het niet dat er nog iets anders op de bucketlist stond: een wilde beer spotten

Ya think he saw me?… Nah!

Na een tripje langs de ronkende namen Cortes Island en Squirrel Cove, waar we geflankeerd worden door een gigantische kwallenkolonie en paarse zeesterren groter dan een hand, zit onze reis er bijna op. Maar we hadden nog één hoogtepunt in het vooruitzicht: Toba inlet. Hier zouden helemaal op het einde van de fjord enorm veel beren zitten, en zelfs witte exemplaren. Het is 10 uur zeilen om alleen al aan de ingang van de fjord te geraken, maar we hebben het ervoor over. We zetten aan om 5 uur ’s ochtends en ontdekken dat de zwarte ‘rotsstipjes’ aan de kant vaak wilde beren zijn. We zien vooral moeders met hun jong dat speelt op de aangespoelde boomstammen. En ik denk: dit is zóveel beter dan dat ijsje dat wordt geleverd aan je boot in de Middellandse zee. 

We zeilen ook langs de boat carwash: een waterval waar je met de punt van je boot in kan varen aangezien het tot vlakbij de diep uitgesneden fjordwanden nog meer dan 20 meter diep is. 

Het lukt ons om via de kronkelende flanken tot helemaal aan het einde van Toba Inlet te zeilen. Maar helaas, geen enkele beer. Jammer. We besluiten meteen terug te varen om de felle middagwinden voor te zijn, maa … te laat. In het begin maak ik nog gretig foto’s van de besneeuwde bergtoppen, de felblauwe zonnehemel en het blauwgroene ijswater naast onze zeilboot. Maar ik heb al snel door dat dit geen pleziertocht wordt. De wind wakkert door het trechtereffect van de fjord op een paar minuten aan tot 6 beaufort, met pieken tot 7. Hij spookt rond en komt uit alle richtingen. Ik kruip stil in een hoekje en hou me stevig vast, terwijl in de kajuit alles naar de ene kant vliegt. De boot gaat zo schuin dat hij water schept en Stefaan in volle concentratie zowel het roer als de zeilen regelt na al meer dan 7 uur ononderbroken varen. Maar we lijken geen meter vooruit te komen: niet enkel op zeil, niet enkel op motor en niet met de combinatie, motorzeilen. Vier spannende uren lang motorzeilen we om een stuk van amper 15 mijl af te leggen in de meeste helse winden. En dan. Plots. Rust, complete stilte, geen enkele rimpeling op het water eens we de laatste bocht van de fjord uit zijn. Alsof het nooit gebeurde. We zijn kapot. Na meer dan 11 uur onafgebroken zeilen vinden we een grote, roeste ankerbol en meren aan. Wat. Was. Dat? 

We komen op onze positieven en besluiten de avontuurlijke reis toch voor een paar uur te laten rusten en gewoon te chillen in de zon. Maar… dan beslist de natuur er wéér anders over. We liggen net met een fris sapje op het achterdek of daar popt een bruine beer op aan de kant. Dit is mijn kans. Muisstil leg ik mijn SUPboard in het water en, Colleens woorden indachtig, peddel ik in de juiste windrichting. Met knikkende knieën staar ik naar de beer die me niet opmerkt en veel meer geboeid is door al het lekkers dat onder de boomstam kruipt en hangt. Nog nooit zag ik een wilde beer van zo dichtbij. Dit is uniek. Ik zie zijn bewegingen, zijn glanzende vel, zijn klauwen. Mijn mond valt open – mijn knieën blijven knikken. En plots, kijkt hij op. Ik twijfel geen seconde en laat de natuur voor wat ze is, in alle rust. Op de zeilboot kijken we nog vol verbazing naar de beer die intussen opnieuw rustig verder eet en ons na een minuutje of 10 verlaat. We drinken ons sapje verder en beseffen: de bucketlist is rond. Canada, we love you. Het avontuur is voorbij. Of toch niet?

The aftermath

Die avond besluiten we nog even aan land te gaan met onze dinghy en maken een vuurtje waarop we onze pasta klaarmaken. Er is niemand, maar dan ook niemand in de buurt. Het paradijs bestaat. Ik doe nog een klein avondSUPje bij een oranjeroze hemel, gewoon omdat ik maar niet genoeg kan krijgen van die overweldigende natuurpracht, ook al ben ik intussen stik kapot. In het schemerlicht varen we de aanlegsteigertjes binnen van Toba Wildernest Resort (de logs met de zaklamp goed ontweken) en gaan douchen, op onze hoede. Want de andere gasten vertellen ons dat ze een beer hoorden rommelen in de vuilnisbakken net bij de douches. Ik rende nog nooit zo hard na de douche het donker in, terug op weg naar de aanlegsteiger en boot. Maar wat vind ik al dat avontuur zoveel prettiger dan onze andere, voorspelbare zeilvakanties. Het maakt iets in me wakker. 

De laatste twee dagen chillen we met onze Sommelier in een baaitje bij het charmante Horny Island en Tribune Bay. Ik geniet op het dek van een wit wijntje en ik bedenk hoeveel geluk ik heb in mijn leven om deze reis te kunnen maken. De volgende dag varen we tussen Vancouver en Vancouver Island. Met 7 knopen snelheid (14 kilometer per uur) zeilen we met een strakke wind de charterhaven binnen. De natuur trakteert mij nogmaals op een bijna-hartaanval door een hevige windstoot, waarbij de boot verticaal op haar zij gaat liggen. Ik ben nog niet goed bekomen of ik moet al aanleggen om te tanken tussen de opstijgende en landende watervliegtuigjes. Het avontuur stopt hier nooit. En dan leggen we veilig aan op de plek waar het avontuur 3 weken geleden begon. 

David Attenborough zou fier zijn

Deze loungezeilster heeft de smaak van avontuur te pakken. Kom uit je comfortzone. Ook in Canada is er bikini/shortweer, maar ook zoveel meer. Je bent alleen op de wereld, samen met zeeleeuwen, gigantische walvissen en wilde beren. Ontdek waar het allemaal om draait, hoe klein we als mens zijn ten opzichte van die machtige natuur. Ik denk dat David Attenborough fier zou zijn op mij; het stadsmeisje dat ooit ‘ja’ zei op een wilde zeilvraag en zo items van een bucketlist kon schrappen waarvan ze niet eens het bestaan vanaf wist.

Tekst en foto’s: Mieke De Buysere en Stefaan Pauwels