Esse 330

Wat een geweldig jacht!

Esse 330? Ja Esse 330. Wil je daarmee een testvaart doen. Ja prima, maar waar ligt dat schip? Wat zeg je; in Stäfa aan de Zürichsee? Okay! Dus daarnaartoe. Tweemaal onbekend. Het schip en de plaats waar het gebouwd wordt.

Op internet was best wat te vinden over de Esse schepen. Er worden veel wedstrijden mee gevaren, en de beelden en videootjes,die op internet te vinden zijn, beloofden veel goeds. Ondanks de Corona toch maar naar Stäfa afgereisd en daar heb ik geen spijt van gehad.

De oprichter
De oprichter Josef Schuchter, op zijn 70-tigste nog steeds actief binnen het bedrijf, gooide in 2000 het roer om. Hij was toen dus al 50 jaar. Vanuit de autobranche wilde hij een werf beginnen en een boot ontwerpen die aan wel zeer speciale eisen moest voldoen. Zijn vrienden vonden het een zeer gewaagd initiatief, maar Schuchter was vastbesloten. Hij heeft iedereen laten zien dat het een groot succes is geworden. Schuchter denkt er niet over te stoppen. Samen met zijn zoon leidt hij de werf en blijft de Esse jachten verder ontwikkelen. 

Bekendheid van de Esse jachten
Mijn eerste vraag aan Schuchter waarom de Esse jachten niet zo bekend zijn in Noord Europa, bleef onbeantwoord. Zijn werf was gericht op Zuid-Europa. Met een productie van 330 schepen, vanaf 2003 tot heden, was dat kennelijk niet nodig. Bij toeval heeft de vertegenwoordiger van X-Yachts België, Eddy Verbinnen de ‘Esse boats’ gevonden en na een paar gesprekken was het dealerschap voor Esse Boats Benelux geregeld. Dus ook in België en Nederland hoort u binnenkort meer over deze wel heel bijzondere schepen. Hier een verslag over de spiksplinternieuwe Esse 330.

Het idee achter de ontwerpen
In 2000 is Schuchter gestart met het opstellen van een eisenpakket waaraan zijn ideale schip zou moeten voldoen. In een ras tempo werden mij die eisen meegedeeld. Het jacht moest puur zeilplezier geven en zeilplezier is voor Schuchter ook dat met weinig wind het jacht niet gaat dobberen, maar gewoon blijft zeilen. Daarnaast was een eenvoudige bediening een tweede eis en door één persoon te zeilen een derde. Met een beetje wind snel op rompsnelheid komen en met wat meer wind planeren waren de volgende voorwaarden. Volgens Schuchter was er nog geen enkel zeiljacht dat deze eigenschappen verenigde. En het zou mogelijk moeten zijn, was zijn mening.

Van ontwerp naar het jacht
Josef Schuchter ging met dit ambitieuze eisenpakket op stap en bezocht meerdere ontwerpers. Uiteindelijk kwam hij terecht bij een voor Belgen en Nederlanders minder bekende ontwerper, die zijn sporen al wel had verdiend, Umberto Felci. Felci is ontwerper van o.a. de Dufours en Grand Soleils. Hij heeft ook meegewerkt aan projecten voor de America’s Cup en andere prestigieuze evenementen, waarvoor hij ontwerpen maakte. Felci ging de uitdaging aan. Samen met Schuchter en de Proteus-werf aan het Gardameer werd de eerste Esse op 3 maart 2004 geboren. De Esse 850 was zijn tijd ver vooruit. De eerste race met dit jacht werd meteen gewonnen: de winterregatta in Lugano. Snel daarna volgde de Europese kampioenschappen sportboten met deelnemers uit zeven landen. Drie Esse 850 boten lagen aan de start en twee ervan eindigden op de eerste en tweede plaats. Daarna volgde een lange reeks successen. Naast deze successen won de door Schuchter opgerichte werf ‘Schuchter Sportboot AG’ met zijn Esse 850, een jaar later, de eerste prijs voor ‘beste jacht van het jaar’ op de Duitse boot show ‘Das Boot’, de grootste jachtenbeurs van Europa. De Esse 850 bouwnummer 1, waarmee de prijzen zijn gewonnen vaart in 2020 nog steeds en wint ook nog vele wedstrijden, die voornamelijk plaatsvinden in Zuid-Europa, zoals Middellandse Zee (Monaco), het Lago di Maggiore, het Meer van Genève, het Gardameer, het Bodenmeer en het Meer van Zürich. Wat kun je meer verlangen als je Josef Schuchter heet? Ja winnen van de pas geleden ontworpen raceversie van Dehler, de’Dehler 30 od’, maar daarover verderop meer.

De modellen en de varianten op de 850
Het concept van de Esse jachten heeft Schuchter nooit verlaten. Wel heeft hij in 16 jaar meerdere varianten van de Esse ontwikkeld en op de markt gebracht. Momenteel worden de 750, de 850, de 850 LE, die in Wemeldinge te bewonderen is, de 990 en de nieuwe, in 2019 geïntroduceerde 330, gebouwd. Elk jacht heeft zijn eigen specifieke speerpunten. De 750 is ‘de’ racer en helemaal van carbon gemaakt. De 850 is dat eigenlijk ook. De 850 LE is een luxere versie van de 850, meer een familie zeilschip. De mast is iets korter dan die van de 850, maar wel van carbon. Een achterstag is daardoor overbodig en het zeilgemak nog weer iets groter; de giek kan immers niet aan de achterstag blijven steken. Daarnaast wordt de LE standaard met een keerfok geleverd. Het zeilt heel gemakkelijk. De heer Schuchter vertelde dat van de 850 LE de meeste verkocht zijn. Het zijn voornamelijk gezinnen, die graag heel snel willen varen en af en toe aan een wedstijd meedoen.

De Esse 330
De opdracht voor het ontwerp van de 330 voor Felci was: ‘Ontwerp een Daysailer, weekendcruiser, die voldoende ruimte biedt om een paar dagen achter elkaar comfortabel in te kunnen genieten, maar wel dezelfde eigenschappen heeft als de 850. Dus: snel zeilt, ook bij heel weinig wind, comfortabel vaart en door 1 persoon gemakkelijk te bedienen is.

Het concept van de Esse 330
Ik beperk me nu tot de nieuwe Esse 330, maar vele aspecten gelden ook voor de andere Esse jachten. De geheimen van de Esse 330 zijn de bijzonder relatief lange waterlijn. De LOA is precies 10 meter en de LWL is 9,90m, de relatief geringe breedte van 2,55m, de scherpe boeg, 900 t.o.v. het wateroppervlak en het grote ballastdeel van maar liefst 50%. Dat is bijna 50% meer dan van de meeste andere jachten. Het jacht moet met zo’n groot ballastdeel wel licht genoeg zijn om de romp niet te diep in het water te laten zakken. En dat is gelukt. Met een totaalgewicht van 2300kg, waarvan 1650kg ballast, moet er dus heel licht materiaal zijn gebruikt. Het concept vertaalt zich dan ook in een hoge mate in stabiliteit en uitstekende zeileigenschappen.

Voor wie is de Esse 330 bestemd?
De Esse 850 LE is voor puur zeilplezier en is een compromisloze zeilboot. De 330 is 1,5 meter langer en heeft daardoor onderdeks meer ruimte en kan met recht een ‘Daysailer’ genoemd worden. Toch heeft de 330 nergens ingeboet in snelheid, maar heeft wel meer comfort dan de 850. De Esse 330 is dus bestemd voor de zeiler die optimaal zeilplezier wenst, af en toe een wedstrijd wil varen en regelmatig een weekendje comfortabel wil toervaren met familie of vrienden. 

De constructie
Romp en het dek van de Esse 330 zijn gemaakt met een sandwichconstructie. Het bestaat uit een schuimkern met glas epoxy. Het geheel is volgens een vacuüm-infusietechniek geproduceerd. Op de plaatsen waar veel krachten op komen is carbon gebruikt. De kiel bestaat uit een ijzeren schacht en een loden torpedobulb. De kiel is met zware bouten aan een extra met carbon verstevigd deel van de romp bevestigd. Het bijzondere van het roer en de kiel is dat er extra veel aandacht is besteed aan de juiste vorm, het exacte gewicht van roer en kiel, de gewichtsverdeling tussen beide en de exacte plaats van kiel en roerblad. De exacte maten en gewichten blijven het geheim van de bouwer. Het resultaat is wel, volgens Schuchter, dat de 330 volledig in balans is en zeer licht stuurt. Ik heb dat met wat meer wind helaas niet kunnen beoordelen, maar geloof meteen dat het waar is. Het geldt ook voor de andere Esse jachten.

Daar waar mogelijk is gewicht bespaart door gaten te maken in wanden. De mast is doorgestoken en is met 4 stevige bouten vastgemaakt aan de kielbalk.

De kiel en het roer
De kiel en het roer worden in de fabriek in Stäfa, gemaakt. De productie ervan is precisiewerk. Volgens Schuchter zijn voor elk type schip speciale mallen gemaakt die ervoor zorgen dat elk jacht zijn optimale gewichtsverdeling bereikt. Ook aan de exacte plaats van roer en zwaard in combinatie met rompvorm is veel aandacht besteed. Het ziet er zo normaal uit, maar ik vermoed dat er heel veel kennis en ervaring verwerkt zit in het ontwerp van de beroemde Umberto Felci. Waarom loopt het schip anders zo hard? De kiel steekt 1,90 m onder water en het roer nauwelijks minder diep. De ballast is totaal 1.650kg. De andere 1.650 kg is voor de rest van het hele schip!

De romp
De romp oogt niet spectaculair, zoals die van de splinternieuwe ‘Dehler 30 OD’, wat je overigens wel mooi moet vinden. De Esse 330 is mooi rank. Wat opvalt dat voor een schip van 10 meter, een breedte van 2,55 meter gering is. De rechte boeg en negatieve spiegel zorgen voor een optimale ‘Lengte Waterlijn’ (LWL) van 9,20 meter en dus optimale zeilprestatiemogelijkheden als het schip niet in plané is. Een oud model van het Waarschip, de 1010, had ook ongeveer dezelfde afmetingen. Dit was voor toen ook, en nog steeds, een snelle zeiler. 

Het dek
Het dek is mooi strak en er lopen weinig lijnen naar de kajuit. De opbouw is minimaal en toch is er aardig wat ruimte onderdeks overgebleven. Het teakdek verfraait het schip. De rolgenua loopt geheel onderdeks. Door deze minimale opbouw en grote lengte-breedte verhouding lijkt het schip nog ranker.

De kuip
De kuip is ruim bemeten en geeft volop ruimte om de het roer en de helmstok te bedienen. Daarnaast kan de stuurman alle zeilfuncties en motor vanaf zijn zitplaats bedienen. Vanwege de hoge stabiliteit kan de stuurman, zonder zich schrap te moeten zetten, gemakkelijk staan in de kajuit en een paar stappen zetten. De voetsteunen geven bij een hellingshoek steun. Ik heb vanwege het ontbreken van veel wind de ergonomie van deze steuntjes niet kunnen testen, maar neem aan dat na zoveel jaar ervaring ze op de juiste plaats zitten en dus de juiste steun geven. De spiegel is open. Dat is voor wedstrijdvaren geen enkel probleem. Voor recreatief varen zou een klep, die dan tevens als zwemplatform kan dienen een optie kunnen zijn. De overloop zit achter het roer en dat geeft ruimte in de kuip. Het roer zit vrij laag in de kuip. Meestal wordt er met de joystick gestuurd. In de kuipwand is aan beide zijden een uitsparing met een soort snelklem; hier kan de joystick ingestoken worden om het schip zijn rechte koers te laten behouden. De ‘singlehanded’ stuurman kan dan de zeilen bedienen. Slim bedacht en goed uitgevoerd. Achter de overloop is nog een klein luik om bijvoorbeeld landvasten en stootwillen in op te bergen.

Het beslag en tuigage
Het beslag en tuigage zijn van bekende merken en zeer hoogwaardig van kwaliteit. Alle lijnen en vallen lopen naar de kuip en zijn voor de stuurman of zijn fokkenist goed bereikbaar. Ook de vertragingen op de winches en de schoten zijn ruim voldoende. De neerhouder verdient extra aandacht. Het is een soort bladveer die van carbon is gemaakt. De giek wordt ermee hooggehouden bij neergelaten zeilen en kan worden aangetrokken bij aandewindse koersen. Er zijn 5 blokjes die voor de vertraging zorgen. De trekkracht wordt hiermee 1/10e, dus met een trekkracht van 30kg kan ik 300kg trekken. Zowel de precisie van ‘giektrim’ als de kracht die ik erop kan zetten zijn hiermee gewaarborgd. Daarnaast vind ik het mooi om te zien. De vallen zijn van Dyneema. Rek is nagenoeg uitgesloten; de zeilen kunnen dus heel strak gezet worden. De mast en giek zijn van carbon. Licht en sterk.

De zeilen
Er is gekozen voor een high aspect fok en een relatief klein en aan de bovenkant horizontaal afgesneden grootzeil. De keerfok zorgt voor razendsnel overstag gaan, wat op smalle wateren heel prettig is. Daarnaast is er voor de ruime koersen gekozen voor een code zero, om precies te zijn een 1,5. Omdat de boegspriet erg ver naar voren staat, ver weg van de voorstag, kan met dit zeil redelijk gemakkelijk overstag gegaan worden. Het ei van Columbus is hiermee een feit: aan de wind een zeil waarmee je hoog aan de wind kunt varen en snel overstag gaat en met ruimere wind ga je gewoon, zonder veel moeite overstag met je code zero.

De werf heeft goede connecties met North Sails en beveelt dit merk ook aan, maar andere merken worden zeker niet uitgesloten. Ook kan er gekozen worden voor laminaatzeilen van andere leveranciers; voor cruise laminaat, race laminaat e.d.: voor elk wat wils.

Het interieur
Het interieur is spartaans te noemen. Alles is gericht op gewichtsbesparing. Als extra’s kan het een en ander worden ingebouwd, zoals toilet, wasbak, fornuis, en koelkast. Voor vervoer op een trailer wordt de kiel zo’n 50cm ingetrokken. Dat is in de kajuit te zien. Het deel waar de kiel zit is verhoogd en voor een deel is daar bovenop een langwerpige bak gemaakt waar, tijdens transport, de ingetrokken kiel in zit. Er is een plank op gemonteerd die als tafel te gebruiken is. In de punt is ruimte om met twee personen redelijk comfortabel te kunnen slapen. Ook op de twee banken kan geslapen worden. Achterin is een smalle loze ruimte. Dit komt omdat de kuip zo breed is. 

De motor
Er kan gekozen worden voor twee standaard varianten: een dieselmotor van 11 pk of een Torqeedo elektrische motor van 4 kW. Met deze motor kan met 1 accu van 5.000 Wh en matige snelheid van zo’n 4 knopen ongeveer 15mijl gevaren worden. Varen met de elektromotor is heel rustgevend, geen geluid en je komt toch vooruit. De nadelen zijn de relatief korte actieradius, de lange oplaadduur en de geringe power. De prijs is ook niet laag. Standaard wordt de Torqeedo aangebonden voor bijna 14.000 euro ex. btw.

Het vaargebied
De Esse 330 is goedgekeurd voor Categorie C: ‘Ontworpen voor het varen in kustwateren, riviermondingen, baaien, meren en rivieren tot en met windkracht 6 op de schaal van Beaufort en een golfhoogte van maximaal 2 meter, bijvoorbeeld beperkte kustvaart’.

Je kunt er dus leuke wedstrijden mee op de Noordzee varen. Maar ook de Zeeuwse wateren en het IJsselmeer zijn uitermate geschikt voor dit jacht. Daar zijn niet te hoge golven en er is veel ruimte om te varen. Daarnaast zijn de Baltische Zee, de Zwitserse Meren en de Middellandse zee geschikt voor de Esse 330. Kortom een heel ruim vaargebied. Omdat de Esse 330 goed trailerbaar is zijn al de genoemde wateren een optie. 

Trailerbaar
De Esse330 is goed trailerbaar. Je moet wel een stevige auto hebben om de 2300kg, plus trailer en bagage te verplaatsen. Daarnaast is een lengte van 10 meter, om achter de auto te hebben, plus wat extra voor trailer ook een punt. De 2,65m breedte zal niet echt een probleem vormen. Omdat de kiel een stuk wordt ingetrokken wordt ook het zwaartepunt tijdens het rijden lager en dus beter. Volgens de Belgische Nederlandse importeur Eddy Verbinnen rijdt het prima. 

Eenheidsklasse
Er worden veel wedstrijden gevaren met de Esse boten. Er zijn in de afgelopen 16 jaar 300 schepen gebouwd. De meeste wedstrijden zijn met de Esse 850, maar de werf hoopt dat er ook voor de 330 een programma gaat worden gemaakt. Helaas vinden de wedstrijden voornamelijk plaats op de Zwitserse en Italiaanse meren. Zeeland zou ook een mooie plek zijn om een wedstrijd te organiseren. Wie weet 2021 of 2022? 

Op diverse websites van de Esse boats zijn de wedstrijden vermeld. Helaas was 2020, vanwege Corona een verloren jaar, maar ook Schuchter hoopt dat er in 2021 weer volop geracet mag worden. Een match met de nieuwe Dehler 30 OD zit in de pen. Ik vermoed dat ze even snel zijn. 

Het zeilgedrag
Het bijzondere is dat de Esse 330 zich zo eenvoudig laat bedienen en dat hoge snelheden snel bereikt worden. Single handed is de Esse 330 prima te varen en ook met meerdere mensen aan boord is het meer dan uitstekend zeilen. Helaas had ik tijdens de proefvaart nauwelijks wind, maar ook dan loopt de Esse al een paar knopen, alsof er een motortje onder de boeg stiekem helpt. Dat was fascinerend. Graag zou ik nog eens varen met meer wind. Ik denk dat ik dan alleen nog maar enthousiaster ga worden over de Esse.

Eenvoudig te bedienen
Juist de eenvoudige bediening en het eenvoudig kunnen trimmen van de zeilen zouden wel eens het verschil kunnen maken met andere schepen waarbij de trimmogelijkheden onuitputtelijk zijn. Wat van belang is bij een wedstrijd is dat snel het een en ander getrimd moet worden. Te veel mogelijkheden zouden kunnen leiden tot, uiteindelijk, minder optimale trim. Daarom dat ik graag een match zou zien met bijvoorbeeld een Dehler 30 OD waarbij de trimmogelijkheden heel groot zijn, maar waarbij het dus ook veel tijd kost om alle lijnen in de juiste positie te krijgen. 

De prijs
Een standaard Esse 330 kost 162.140 euro incl. btw, prijs gebaseerd op 2019 en met de carbon mast. Voor een volledig goed toegerust schip ben je zo’n slordige 40.000 euro meer kwijt. Je hebt dan wel een boot die je levenslang kan blijven varen. Nr. 1. Van de 850 serie wint nog steeds vele wedstrijden. Het schip is al 16 jaar oud en ziet er nog uit als nieuw.

Escape Yachting (X-Yachts België) is de importeur voor België en Nederland. Ze zijn zeer ervaren en importeren al meer dan 35 jaar zeiljachten. Voor meer informatie: zie www.esseboats.net of via de dealer op 0475/28.71.62 (Eddy Verbinnen)

Technische gegevens

Lengte: 10 meter
Breedte: 2,55 meter
Diepgang: 1,90 meter (1,55 meter met kiel opgehaald)
Waterverplaatsing: 2.300 kg
Prijs: vanaf 162.140 euro incl. btw (met carbon mast)